Interview Wieneke & Touria

2020 Was een bewogen jaar voor Bureau Bousa, vertelden Wieneke Icke en Touria Drif aan Janet de Vos. Zij voerde in maart 2021 alle gesprekken voor het jaarverslag 2020 en schreef de bijbehorende teksten.

Terwijl heel Nederland in maart 2020 stilviel door de coronacrisis, hadden Touria Drif en Wieneke Icke het drukker dan ooit. Toen de scholen sloten, besloten zij direct pro-actief te helpen. Hoe belangrijk hun werk is, werd tijdens deze crisis zichtbaarder dan ooit. Al moesten ze tegelijkertijd vrezen voor hun voortbestaan.

Nooit eerder was ons bestaansrecht zo zichtbaar en tegelijkertijd zo onzeker

Foto oprichters“De coronacrisis bewijst ons bestaansrecht”, vertellen de twee. “Toen de scholen sloten, hebben we noodopvang, leerlingenvervoer en laptops geregeld zodat school, maar ook de VoorleesExpress en de OKÉ-klas digitaal verder konden gaan. Ook bezorgden we leesstimuleringspakketten bij gezinnen thuis en regelden we vrijwilligers die konden helpen bij het thuisonderwijs. De relatie die wij de afgelopen jaren met de gezinnen hebben opgebouwd en onze kennis van de thuissituatie bleek van belangrijke meerwaarde”, vertelt Wieneke.

Ze vervolgt: “Door corona werden ongelijke kansen nog meer zichtbaar. Hoe red je je met thuisonderwijs als de middelen en vaardigheden ontbreken. We zijn daarom met iedereen gaan praten en hebben bijvoorbeeld scholen geattendeerd op waar hulp nodig is. Via de Rotary hebben we laptops gekregen om uit te delen en de OKÉ-klas mocht open blijven als noodopvang.” Ook Touria werd in deze periode platgebeld. “De telefoon ging van ‘s ochtends 7.00 tot ‘s avonds laat. Ook was er grote angst voor corona. We boden hulp, maar we luisterden ook en gaven advies.”

Vertrouwen

Acht jaar geleden richtten zij samen Bureau Bousa op. Touria: “Ik zag in mijn omgeving kinderen die thuis weinig ondersteuning kregen, terwijl dat zo belangrijk is om meer uit kinderen te halen. Daarnaast deed ik vrijwilligerswerk en had een huiswerkklas. Tijdens een gesprek met Wieneke ontdekten we onze gezamenlijke passie. Ik had het netwerk, Wieneke de spirit, ervaring en diploma’s.”

Wieneke vult aan: “Mijn droom was altijd om een brug te zijn tussen groepen en die met elkaar te verbinden. Als klein meisje dacht ik daarvoor naar Afrika te moeten, maar ik blijk het allemaal in Bodegraven-Reeuwijk te kunnen doen. De afgelopen acht jaar zijn omgevlogen en we hebben steeds nieuwe groepen kunnen helpen en kinderen laten groeien.”

Touria vult aan: “Ons sterke punt is dat wij het vertrouwen van gezinnen kunnen winnen. Het is anders als wij binnenkomen dan iemand van de gemeente, Jeugdzorg of het Sociaal Team. We begrijpen hen en stellen ons ook kwetsbaar op. Zo ontstaat er een – soms jarenlange – relatie en wij zien waar hulp nodig is.”

Leeuwin

“Bureau Bousa richt zich vooral op preventie. Toen de gemeente Bodegraven-Reeuwijk juist op dat vlak wilde bezuinigen, sloeg de angst bij Wieneke en Touria om het hart. “De moed zakte in onze schoenen. We konden alleen maar denken: ‘Dit mag niet, dit kan niet.’ Wieneke is als een leeuwin gaan vechten voor onze stichting. Ik ben heel dankbaar dat zij haar klauwen erin heeft gezet. Gemeenteraad Haar inspraak bij de gemeente kwam recht uit haar hart”, vertelt Touria. Wieneke vult aan: “Gelukkig worden we gesteund door de gemeenteraad. We proberen altijd met hen in gesprek en in beeld te blijven. Juist door de coronatijd zagen we dat onze stichting zo nodig en van betekenis is. Uiteindelijk hebben we toch ons gevraagde budget gekregen: een prachtige beloning voor ons werk en inspanning. Al blijft het lastig dat we ieder jaar subsidie moeten aanvragen en het ieder jaar spannend is of we die krijgen. Die energie die dat kost, kunnen we niet in onze gezinnen steken en het is lastig een toekomstvisie op te stellen.”

Oude situatie

Voor de toekomst hebben Wieneke en Touria volop plannen. Ze willen bijvoorbeeld nauwer gaan samenwerken met bedrijven, om te zien of zij als sponsor willen fungeren. “Maar we hopen eerst vooral terug te gaan naar de oude situatie waarin voorlezers niet digitaal, maar fysiek kunnen voorlezen en we bijvoorbeeld themabijeenkomsten kunnen houden voor ouders uit de OKÉ-klas. En ik zie dat er nog steeds bepaalde groepen in onze gemeente slecht bereikt worden. Daar heb ik nog wel ideeën over”, vertelt Wieneke.

“Het ondersteunen van ouders en kinderen blijft onze drijfveer. Als ouders meer zelfvertrouwen hebben en positieve aandacht aan hun kinderen geven, is dat zo waardevol. Een kind leert ongeveer 80 procent thuis. Ik wil ouders daar bewust van maken en hen laten zien dat het belangrijk is om in hen te investeren, gewoon door betrokken te zijn, een spelletje te doen of een boekje te lezen. En als je hulp nodig hebt, vraag het”, besluit Touria.